Jaarlijks keren ongeveer 30.000 ex-gedetineerden terug in de lokale samenleving. In een flink aantal gevallen vallen zij na enige tijd terug in het plegen van strafbare feiten. Bekend is dat circa 70 procent van de ex-gedetineerden na 6 jaar weer in aanraking komt met politie en justitie. Dit leidt, zeker wanneer het gaat om ex-zedendelinquenten en plegers van gewelddadig gedrag, in toenemende mate tot maatschappelijke onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving. De rol van de burgemeester en in het algemeen het openbaar bestuur is in deze situaties van toenemend belang.
Een goede begeleiding van de terugkeer van ex-gedetineerden is dan ook van groot belang om te voorkomen dat zij terugvallen in hun oude gedrag. Velen van hen hebben meerdere problemen die een goede terugkeer in de samenleving in de weg staan: geen identiteitsbewijs, geen huisvesting, schulden, geen baan, verslaving, (geestelijke) gezondheidsproblemen en een netwerk van ‘verkeerde’ vrienden.
Bij deze nazorg vanuit detentie zijn dan ook verschillende partijen betrokken. In eerste instantie het gevangeniswezen, waar de terugkeer in de samenleving al moet worden voorbereid. Tijdens detentie moet een aantal basisvoorwaarden voor re-integratie in de samenleving worden geregeld, zoals een identiteitsbewijs, inkomen en waar nodig onderdak, schuldhulpverlening en (geestelijke) gezondheidszorg. Maar ook gemeenten, veiligheidshuizen, verslavingszorg en de reclassering spelen een belangrijke rol bij het zorgen voor een goede maatschappelijke inbedding van de ex-gedetineerde.